Pompwaaiers: de vorm bepaalt de werking
De waaier is de feitelijke verplaatser van het afvalwater en dus het "hart" van de pomp. De consistentie van het afvalwater kan echter heel verschillend zijn: zo kan het vaste deeltjes, doekjes, slib of fecaliën bevatten en schuim- of klitvormend van aard zijn. Om onder deze omstandigheden telkens de beste pompresultaten te bereiken, moet de pompwaaier optimaal zijn afgestemd op de individuele toepassing. Het doel hiervan is altijd een verstoppingsvrije, duurzame en energie-efficiënte oplossing te realiseren.
Eerste stap: waaierdiameter en toerental bepalen
Voordat er een waaiervorm wordt gekozen, moeten eerst de parameters van het pompbedrijf worden bepaald. Denk daarbij aan kenmerken als de capaciteit, druk en de leidingdiameter. Daaruit kan het bij voorkeur te gebruiken pomptype en de pompgrootte, resp. het vermogen van de pomp worden afgeleid.
Ook de gebruiksduur speelt hierbij een rol: gaat het om een pomp die permanent is ingeschakeld of werkt de pomp intermitterend, resp. voor korte periodes? Hieruit kan eventueel ook de keuze van de pompaandrijving worden afgeleid, waarbij rekening moet worden gehouden met de ecodesign-richtlijn van de EU (2019/1781/EU).
Tweede stap: de keuze van de waaiervorm
Als het pomptype en de pompgrootte zijn vastgelegd, volgt als tweede stap de keuze van de pompwaaier. KSB heeft voor alle eisen de juiste waaiervormen in huis.
Het belangrijkste criterium bij de keuze is uiteindelijk de aard van het te verpompen medium, oftewel het gehalte aan vaste stoffen. Gaat het om regenwater, ruw afvalwater of voorgerenigd afvalwater? Bevat het water fecaliën en vochtige doekjes?
Deze criteria kunnen ook in meetbare waarden worden omgezet. De factoren die van invloed zijn en de doorslaggevende criteria zijn met name drie meetgrootheden: gasgehalte, zandgehalte en het aandeel droge substanties.
Op technisch gebied zijn bovendien de grootte van de vrije kogeldoorlaat en het rendement doorslaggevende factoren bij de keuze van de waaier.
Waaiervorm open of gesloten?
Hier volgt een beknopt overzicht van de waaiervormen en de bijbehorende belangrijkste toepassingsgebieden. Ten eerste moet er een verschil worden gemaakt tussen open en gesloten waaiervormen. "Open" betekent dat er geen buitenste afdekschijf (aan de zuigzijde) aanwezig is. Voorbeelden van open waaiervormen zijn de vrijstroomwaaier, de schroefcentrifugaalwaaier en de vuilversnijder. Voorbeelden van gesloten waaiervormen zijn de eenkanaalwaaier en de meerkanaalwaaier.